Sinds Juli hebben we af en toe een IPG-er in huis. Dat is iemand van de (schrik niet) Intensieve Psychiatrische Gezinszorg. Voornamelijk vanwege één van de dochters die ASS heeft. (autisme spectrum stoornis). Een heel lang voor traject met oudertrainingen en dat soort toestanden heeft er uiteindelijk toe geleid dat deze mevrouw ons thuis komt begeleiden. Het komt erop neer dat je gewoon geen andere mogelijkheid meer ziet.
Nou ben ik geen moeder die alles maar laat gebeuren. Voor mijn gevoel zit ik "er boven op", en ben ik de hele dag bezig om: de moeder te zijn, alles in goede banen te leiden, en vooral rustig te blijven.
Voordat ik mijn kuikens kreeg wist ik al wat voor soort gezin ik graag wilde. Een Godvrezend, liefdevol, veilig nest, waar de band sterk is en waar ze later met veel plezier op terug kijken.
Toen oudste bijna drie was kwam tweede. Wat heerlijk als ik nu de foto's terug kijk. Wat een prachtig gezinnetje. Maar mijn herinneringen zeggen dat het toen al aanpoten was. want de praktijk is zoveel weerbarstiger dan de theorie. Twee en een half jaar later kwam derde en nog eens twee jaar later vierde.
Vier jonge kinderen op een rij. Met zulke sterke karakters dat ik me af en toe geen raad weet. Ik ben zelf ook niet echt een zachte vrouw met een zoetgevooisde manier van praten. Mijn wil is drie keer zo groot dan goed voor me is, en ze hebben het dus echt niet van een vreemde... (Dat alleen al klinkt altijd alsof het mijn eigen schuld is als het niet loopt)
Toen onze ASS-dochter 6 was werd de diagnose ODD gesteld. Ze bleek een kind wat niet kón luisteren, zich niet aan regels kón houden en dat maar heel langzaam zou kunnen leren. Een storing in de gewetensontwikkeling was daar de oorzaak van zeiden ze. Natuurlijk waren mijn man en ik opgelucht. We waren dus toch niet gek. Het was dus toch een ander kind dan de rest, en dat onze inspanningen weinig resultaat hadden kwam van iets waar we nog niets van wisten. Dus wat doe je? Je gaat lezen, praten, trainen, en proberen je kind met andere ogen te zien.
Het allerbelangrijkste dat ik heb geleerd is om in "het groene gebied te blijven". Zo noem ik dat zelf hoor, het is geen term uit de hulpverlening. De dochters zijn zó op zoek naar veiligheid en grenzen dat ze er voortdurend overheen gaan om te kijken wat mamma zal doen. Mamma denkt bij zichzelf: ik wil graag een lieve moeder zijn en is daarom onduidelijk in de grenzen. "doe maar even niet" in plaats van: "stop daarmee, dit is geen goed gedrag.Ik wil graag dat je....".
Ik heb door schade en schande moeten leren, dat wanneer er geen consequenties zitten aan ongewenst gedrag, of onvoldoende consequenties, het kind beloond wordt voor zijn gedrag en er dus mee door zal gaan. Wie heeft er baat bij gedrag wat niet beloond wordt? Niemand. Dus als gedrag niet ophoudt, ondanks dat je voor je idee al van alles hebt geprobeerd, dan heeft het kind op de één of andere manier baat bij zijn gedrag.
Vaak zie je het zelf niet, omdat je er middenin zit.
Om een voorbeeld te noemen wat heel klein is maar wel duidelijk...
Onze dochters schreeuwen, slaan met de deuren en stampen de trap op wanneer hen iets niet zint. Ik dacht altijd: ze moeten zich kunnen uiten wanneer ze boos zijn. Maar tegelijkertijd probeerde ik er ook iets aan te doen. Dat was bij mij al twijfel, waardoor ik niet goed wist hoe ik het aan moest pakken. Want ook dacht ik: als ik ze altijd hun gang laat gaan, doen ze dit als volwassenen nog!
Al schreeuwend roepen:"niet schreeuwen" hielp niet. De kinderen achterna roepen: niet stampen, hielp ook niet. Bij voorbaat zeggen hielp weinig, want ik mistte er altijd één, en dat was precies het ding dat ze gingen doen.
Tot ik leerde: consequenties van ongewenst gedrag liggen bij het kind en niet bij mij. Sla je met de deur? Kom maar terug, doe maar drie keer zachtjes overnieuw. Stamp je de trap op? Kom maar terug, loop maar drie keer zachtjes de trap op en af. Schreeuw je? Zeg het maar drie keer zachtjes overnieuw. Eet je je brood niet op? dan krijg je je brood wanneer wij een koekje krijgen. Het is dan dus in plaats van het koekje, dus dat koekje mis je dan gewoon. pech voor jou. (gaat het kind schreeuwen, blijf in je onverschillige groene gebied. Pech, had jij zelf maar...je weet nu dat het niet leuk is, dus volgende keer heb je een nieuwe kans.)
Heel irritant voor het kind, maar ik kon ineens in mijn groene gebiedje blijven, omdat ik wist dat ik veiligheid bood.
Rijmpjes werken heel goed bij kleinere kinderen. "we houden onze mond als er niets aardigs uit komt".
Het is nog steeds een valkuil om niet te vaak consequenties aan gedrag te verbinden juist omdat je het graag gezellig wilt houden. Maar nu is het steeds zo dat wanneer ik situaties met de IPG-er bespreek ik halverwege mijn eigen verhaal haar antwoord al in mijn hoofd hoor. Hoeveel profijt heeft het kind van dit gedrag? Zit jij op de kast? Kan het met een omweg toch een beloning krijgen voor dit gedrag?
O man, opvoeden is een hele klus. Het zal ook wel nooit echt makkelijk worden. Maar één ding heb ik geleerd: ik ben de ouder van mijn kind. Ik weet beter wat goed voor het kind is. Daarom heb ik de taak veilige grenzen te bieden en die consequent vast te houden. vermoeiend, maar zeker de moeite waard.
Niet de tv houd mijn kind in het gareel, dat moet ikzelf doen, met liefde en oprechte aandacht voor het kind wanneer het zichzelf is=beloning.
Ook door regels kan een kind merken: Jij bent waardevol. Ik doe moeite voor jou.
En tenslotte: een mens is nooit groter dan op zijn knieën.